ACHTERGROND


Slechte bodemstructuur?

Zo kom je tot een betere bodem

Iedereen wil topopbrengsten halen. Logisch, een bovengemiddeld opbrengstniveau is vaak bittere noodzaak voor een positief bedrijfsresultaat.
En iedereen weet dat die hoge opbrengsten op een goede bodem
gemakkelijker te realiseren zijn.

Behalve hoge opbrengsten, verkleint een gezonde bodem de teeltrisico’s. De realiteit is dat bodems vaak niet in goede conditie zijn. De neergang van de bodemkwaliteit is vaak een sluimerend proces. Maar als bodembewerking steeds meer vermogen vraagt, de waterdoorlatendheid afneemt en als er sprake is van storende lagen of een beperkte bodembiologie is het tijd om de bedrijfsvoering kritisch tegen het licht te houden. Mogelijk hebben een intensief bouwplan, veel bewerkingen en bodemverdichting – ongewild – een negatief effect gehad op de bodemgezondheid. Hoe kun je de bodemkwaliteit weer verbeteren?

Bodemverdichting levert schade op. Lichte trekkers en machines die over vaste paden rijden, kunnen dat voorkomen


Wat kan ik doen om structuurschade te beperken?

Er is weinig onderzoek gedaan naar de gevolgen van structuurschade. Maar vaststaat dat met steeds zwaardere machines de wiellasten en de bodemdruk op grotere diepte in de grond stijgt. Het monteren van grotere banden helpt maar beperkt: bij grotere en bredere banden neemt de diepere bodemverdichting namelijk toe. En die bodemverdichting veroorzaakt opbrengstschade: volgens schattingen tussen 10 tot 20 procent. In de schaarse proeven met flinke wiellasten bleken in één proef na 14 jaar en in een andere zelfs na 29 jaar nog steeds negatieve gevolgen meetbaar op water- en luchthuishouding – zelfs op 90 cm diepte. Een droge zomer of strenge winter is niet voldoende om die schade op te heffen.

Wil je structuurschade beperken, dan vraagt dat continu aandacht. Bij de aanschaf van trekkers, machines en banden bijvoorbeeld. Er zijn veel verschillen tussen de merken en types. Het is raadzaam te kiezen voor lichte machines en trekkers met net voldoende vermogen.

Ook het rooimoment heeft veel invloed op de bodemstructuur. Gewassen die laat in het seizoen door zware machines moeten worden geoogst, doen de bodem geen goed. Zorg ervoor dat dit soort gewassen niet een al te groot aandeel in het bouwplan hebben. Daarnaast kun je werkgangen soms achterwege laten of combineren. Ook het aantal werkgangen en het aantal assen heeft namelijk een duidelijk effect op bodemverdichting. Rijpaden zijn vaak niet zo moeilijk te implementeren. En het hoeft ook niet te betekenen dat het hele machinepark moet worden veranderd. Soms is in enkele gewassen al winst te halen door bijvoorbeeld de zaaibedbereiding en het zaaien op dezelfde sporen uit te voeren.

Hoe kan ik bodembewerking tot een minimum beperken?

Nog vaak leeft het gevoel dat een verdichte laag mechanisch moet worden opgeheven. Onderzoek laat zien dat het opheffen van een verdichting weliswaar tijdelijk helpt, maar dat dit op lange termijn het probleem kan verergeren. Poriën en wortelgangen worden bij die bewerking namelijk doorbroken of versmeerd, het bodemleven wordt verstoord en na een bewerking heeft de grond minder draagkracht. Beperk daarom het aantal bewerkingen zoveel mogelijk. Voer in principe maar één diepe grondbewerking per jaar uit. Beperk de werkdiepte en de intensiteit. Grofweg geldt: hoe meer vermogen een machine vraagt, hoe intensiever de bewerking is.

Voer een keer per jaar een diepe grondbewerking uit, maar beperk de werkdiepte.


Groenbemesters beschermen de grond. Zelfs als je die laat in het seizoen zaait.


Kan ik de bodem langer bedekt houden?

Het bodemleven leeft dankzij de energie die levende planten opslaan en aan de bodem geven. Levende planten voeden het bodemleven direct via wortelexudaten en indirect wanneer ze afsterven. Een onbedekte bodem erodeert als gevolg van neerslag en wind. Het benutten van maximale groeitijd en het groeivermogen van gewassen of groenbemesters is vaak een kwestie van goed regelen. Weet wat je wilt, zorg dat er op tijd zaad is en zaai het meteen. In de praktijk blijven goede momenten vaak onbenut. En zelfs op een laat tijdstip is de teelt van een groenbemester nog zinvol. In november of december kun je bijvoorbeeld nog prima goedkope granen als groenbemester zaaien. Dat zal niet elk jaar een succes zijn, maar soms is het resultaat verbluffend. Een groenbemester beschermt de grond tegen interne en oppervlakkige verslemping, geeft draagkracht en zorgt er door verdamping voor dat de bodem droogt.

Is het mogelijk het bodemleven extra te voeden?

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het gebruik van compost, vaste mest en groene massa zoals stro of maaimeststoffen positief uitpakken voor de bodem en het bodemleven. Onderzoek toont een bijna directe relatie aan tussen het aanbod van stro of maaisel en vaste mest en het aantal en de biomassa van regenwormen. Vooral het aanbod van eiwitrijke plantenresten zijn gunstig voor regenwormen. Ook het gebruik van compost en vaste mest zijn gunstig voor de bodem en de opbrengst. Niet alleen stijgen de opbrengsten vaak door het gebruik van koolstofrijke mest of compost, er zijn ook andere voordelen. Zo treedt minder verslemping op, infiltreert het water beter, is er sprake van minder bodemverdichting en is er ook fors meer bodemleven in de vorm van schimmels, bacteriën en regenwormen.

Er is een directe relatie tussen het aanbod van stro of maaisel en vaste mest en de hoeveelheid regenwormen in de grond.


Drijfmest - zeker in grote hoeveelheden - is ongunstig voor het bodemleven.


Kan ik schadelijke stoffen vermijden?

Grote hoeveelheden drijfmest zijn ongunstig voor het bodemleven. Al bij lage giften drijfmest worden wormen gedood. Dit wordt erger naarmate de mestgift hoger is. Hoe dat komt, is niet duidelijk. Mogelijk heeft het te maken met de hoeveelheid zouten die met de mest worden toegediend. Ook gewasbescherming en kunstmest heeft een negatief effect op het bodemleven. Vermijd daarom hoge giften drijfmest en beperk de belasting van chemie.

Zeker voor wat betreft de gezondheid van de bodem is vastgesteld dat verschillende maatregelen elkaar versterken. Zo is duidelijk gebleken dat conserverende bodembewerking met weinig grondbewerking en meer bodembedekking leidt tot een betere bodem. Het toevoegen van compost of stalmest en het verminderen van de chemiebelasting versterkt die ontwikkeling. Elke stap is verder een goede richting topopbrengsten.