TECHNIEK
Agritechnica:
Wiedeggen populair
Tijdens Agritechnica begin november, toonden veel machinebouwers nieuwe grondbewerkingsmachines.
Een greep uit het aanbod.
Veel nieuwe wiedeggen
Wiedeggen worden populair. Veel werktuigenfabrikanten komen met een machine die sterk lijkt op de alombekende Treffler TS-wiedeg. Zo komt Horsch met de Cura ST-wiedeg. Deze machine heeft een werkbreedte van 6 tot 15 meter. De wiedeg heeft zes balken en een tandafstand van 2,8 cm. De aandrukkracht van de egtanden is traploos hydraulisch instelbaar van 500 tot 5.000 gram. Elke tand is afzonderlijk verbonden en beveiligd tegen zijdelings wegdrukken. Net als de Bio Profi van Agri Farm en de machine van Agronomic houdt ook de Cura ST de tanden dus op spanning met een stelstel van trekveren en kabels.
Hatzenbichler doet dat anders. Tijdens Agritechnica kwam het bedrijf met een wiedeg waarbij elke tand is voorzien van een luchtcilinder. De trekker moet dus zijn uitgerust met een luchtremmen. Met een draaiknop kun je per veld vanuit de cabine de druk op de tanden traploos verhogen of verlagen. Daarnaast hangen de egvelden pendelend aan het hoofdframe. Treffler zelf liet een 18 meter brede wiedeg zien en geeft aan te experimenteren met machines die een werkbreedte hebben van 24 en 36 meter.
Plastic schijven voorkomen dat de kabels van de Treffler-wiedeg bij het opklappen in de war raken.
De Cura ST-wiedeg van Horsch is leverbaar in werkbreedtes van 6 tot 15 meter. De druk per tand is instelbaar van 500 tot 5.000 gram.
Om druk op de tanden te zetten, is elke tand van de Hatzenbichler-wiedeg voorzien van een luchtcilinder.
Twaalf meter brede Valentini cultivator
De Italiaanse fabrikant Valentini bouwt, meestal door de aftakas aangedreven, grondbewerkingsmachines. De Imperium Passivo 12000 is echter een cultivator die door de grond wordt aangedreven met behulp van agressief werkende, gekartelde en gebogen schijven. Voor die schijven zit een rij vleugelscharen.
De schijven zijn in vier rijen gemonteerd. Daarachter hangt ook nog een dichte naloopwals met tanden. Om met de machine te kunnen werken, is een trekker van 294 tot 367 kW (400 tot 500 pk) noodzakelijk. Grond en groenbemester worden immers pas goed losgemaakt en gemengd bij een rijsnelheid van 15 km/h. De machine is gebouwd op een getrokken frame met een wielstel. Er hangen zowel links als rechts en achter de machine verschillende elementen. Bij het in het werk stellen klappen de linker- en rechterelementen naar beneden en schuiven (eveneens hydraulisch) uit om uiteindelijk op een werkbreedte van 12 meter uit te komen. Ook het element achter het wielstel klapt hydraulisch op en uit.
De 12 meter brede, niet aangedreven, schijvencultivator van Valentini vraagt om een trekker van ongeveer 340 kW.
Halmschredder op messenwals
Het Duitse bedrijf Wallner toonde de Halmschredder van Bass Antriebstechnik die Wallner op de eigen dubbele messenwals heeft gebouwd. De Halmschredder moet de strijd aangaan met de maiswortelboorder.
De Halmschredder is voorzien van mechanisch, aftakas aangedreven, roterende stalen wielen die de maisstoppel verdraaien en daarmee van boven tot onder opensplijten. Daardoor wordt de winterschuilplaats van de maiswortelboorder vernietigd. Volgens de fabrikant vraagt de Halmschredder maar 1,4 kW (1,36 pk) vermogen per meter werkbreedte. Omdat de machine dicht bij de grond zijn vernietigende werk moet doen en dus de contouren van het perceel goed moet kunnen volgen, bestaat hij uit 1,5 meter brede compartimenten. In de combinatie met de 9 meter brede messenwals van Wallner (3 meter in de fronthef en twee keer 3 meter achterop) kost het werktuig 52.000 euro.
De roterende Halmschredder voorop een messenwals splijt de maisstoppen van onder tot boven open. Daarmee verliest de maiswortelboorder zijn winterschuilplaats.