COLUMN


De magie van bodemleven

Harald Simmelink

Akkerbouwer in Bruinisse (Zld.)

Niet kerende grondbewerking (NKG) is geen doel op zich. Nee, het is een middel om er voor te zorgen dat het bodemleven zich kan herstellen en ontwikkelen. Door NKG toe te passen kan het bodemleven zo goed en gebalanceerd mogelijk blijven functioneren.

Wat is bodemleven? En waarom is dat bodemleven zo belangrijk? In de eerste plaats is bodemleven alles in de grond met biologische kenmerken. Een eencellige bacterie, een schimmel of een insect - het valt allemaal onder het bodemleven. Daarmee is het een ecosysteem onder en in de grond dat aandacht verdient. Zeker omdat de natuur ons daarmee tijdens de teelt van onze gewassen kan helpen.

Als een plant namelijk mineralen nodig heeft, stuurt het signaaltjes via de wortels naar de grond. Het bodemleven reageert daarop en zal in de behoefte van de plant kunnen voorzien qua hoeveelheid, tijdstip maar vooral in de juiste vorm, waardoor de mineralen door de wortels kunnen worden opgenomen. Bij een grote diversiteit aan bodemleven kan op deze manier aan bijna alle minerale behoeftes van de plant worden voldaan.

Vraag is echter waarom het bodemleven aan deze vraag voldoet? Welnu, in ruil voor zijn diensten krijgt het bodemleven onder meer suikers van de plant die door de wortels worden uitgescheiden (exudaten). Dit kan oplopen tot 40 procent van de totale productie aan suikers in de plant. Het bodemleven krijgt er dus voedsel voor terug.

Voor goede en gezonde planten is een rijk en divers bodemleven van cruciaal belang. In de moderne landbouw wordt ons vaak voorgespiegeld dat opbrengst maakbaar is. Hierdoor is aandacht voor de waarde van bodemleven meer en meer naar de achtergrond gedrongen.

De wetenschap komt echter steeds meer tot het inzicht dat de natuur zijn zaakjes goed op orde heeft en planten (en dieren) op een zeer efficiënte en doelmatige wijze kan laten functioneren. Hierbij bestaat afval niet, want al het dode materiaal wordt weer omgezet in nutriënten voor de micro-organismen en uiteindelijk weer voor de planten en de dieren (kringloop). Het creëren van randvoorwaarden om het bodemleven optimaal te laten functioneren leidt tot positieve interactie op gewassen.

'Voor goede en gezonde planten is een rijk en divers bodemleven van cruciaal belang.'

Wat kunnen we als boeren doen om het bodemleven in de grond te beschermen en te stimuleren?

Allereerst moeten we met zo min mogelijk ‘ijzer’ door de grond. Alle manieren van grondbewerking verstoren onder andere het bodemleven en daarmee ook het bodemvoedselweb in meer of mindere mate. Ook de fysische structuur waarin de micro-organismen leven kan (ernstig) worden verstoord. Schimmels hebben het vooral zwaar doordat de schimmeldraden steeds kapot gemaakt worden door de bewerkingen. Dat is één van de redenen dat onze landbouwgronden bacterie-dominant zijn. Voor optimale plantengroei is het optimaal als er evenveel schimmels als bacteriën in de grond zitten.

Daarnaast moeten we de grond zoveel mogelijk bedekt houden. Dit om de grond en het bodemleven te beschermen tegen extreme weersinvloeden. Denk hierbij ook aan ‘gewoon’ regen. Daardoor kan grond verslempen, wordt de zuurstoftoevoer afgesneden en komt het bodemleven zonder zuurstof te zitten.

Verder moeten we streven naar een zo groot mogelijke diversiteit van wat er op en in de grond leeft. Met onze monoculturen is dat ver weg. Met groenbemesters kunnen we veel bereiken. Mengsels met veel verschillende soorten hebben dan ook de voorkeur: hoe meer hoe beter. En de waardplanten dan? Hoe groter de diversiteit des te kleiner dat probleem wordt (verdunningseffect). Monoculturen zorgen er juist voor dat bepaalde soorten (onder meer bacteriën, aaltje, onkruiden) de overhand krijgen.

Levende wortels (het hele jaar rond) in de grond is voor alles goed. Het bodemleven wordt gevoed door de exudaten en dus ook opbouw van organische stof. De structuur van de grond verbetert en de bodem is bedekt.

Vee kan de opbouw van het bodemleven in een stroomversnelling brengen. Zowel de uitwerpselen als de urine die de dieren uitscheiden, zorgen elk voor hun eigen dynamiek waar het bodemleven wel bij vaart.

Naast deze vijf belangrijke aandachtspunten is er nog de kunstmest (zouten) die in ‘grote’ hoeveelheden schadelijk is voor het bodemleven. Daarnaast blijkt dat nitraten de planten lui maken, het is een soort fastfood voor de plant. Planten sturen veel minder signalen naar het bodemleven die dan ook niet in actie komen. Het gevolg is dat planten wel veel groei hebben maar relatief weinig mineralen opnemen. Dit maakt planten kwetsbaar voor ziektes en plagen (onder andere insecten).

Komend vanuit een gangbare manier van boeren is het een grote uitdaging om naar een bodemleven gestuurde manier van boeren om te schakelen. Goed bodembeheer met specifieke aandacht voor een bodemleven zorgt echter voor kunnen telen met minder input en betere productkwaliteit.

Harald Simmelink is akkerbouwer in Bruinisse (Zld) en past al zeker tien jaar niet kerende grondbewerking toe.